Ucogras

Doelstelling

Op zoek naar samenhang in de diversiteit.

Sinds haar ontstaan in 1959 heeft UCOGRAS de ambitie om mensen samen te brengen, om een ontmoetingsforum te zijn voor alle betrokkenen in “de stiel”. De ontmoetingen bij UCOGRAS komen voort uit de betrokkenheid van de leden en sympathisanten bij “het vak”. Men ontmoet er fantastische mensen die al jaren met volgehouden positiviteit t.o.v hun stiel zoeken naar samenhang in de diversiteit van de Belgische sector van plantaardige en dierlijke oliën en vetten. Een sector die voor velen onbekend gebleven is.

De Belgische productie uit oliehoudende zaden is eerder klein vergeleken met de invoer van sojabonen, raapzaad, lijnzaad, maïskiemen, zonnebloempitten etc. Zeven bedrijven verwerken, door persen en extraheren, de oliehoudende zaden tot meel en ruwe olie: Braet in Ooigem, Cargill in Gent en Antwerpen, Linagro in Lichtervelde, Oliefabriek Vandamme in Deinze, Oleum in Oudenaarde, Scaldis in Ruien en Vandeputte in Moeskroen. Op zeven plaatsen wordt geraffineerd: Antwerpen, Deinze, Ertvelde, Gent, Izegem, Overmere, Ruien en Moeskroen; goed voor een gezamenlijke raffinage capaciteit van 1,3 miljoen ton.

Dan is er ook de productie van dierlijk vet. Naast het vilbeluik Rendac in Denderleeuw zijn er de vetsmeltersproducenten Sonac (Darling Ingredients), met locaties in Denderleeuw, Gent, Bavegem en Olen, Fapro in Ichtegem en Progra in Hulshout. Samen zijn zij goed voor een jaarproductie van rundvet, varkensvet, pluimveevet en destructievet van meer dan 100.000 ton. De sector is de laatste jaren sterk geconcentreerd en voor een stuk in buitenlandse handen overgegaan.

Algemeen worden oliën en vetten in vier marktsegmenten afgezet: de voedingsindustrie, productie van veevoeders, voor technische toepassingen en voor energiedoeleinden, een toepassing die de laatste jaren een grote groei kende.

Voeding

In het voedingssegment springen de vervaardiging van margarine en het verpakken van vetstoffen in het oog. De zes belangrijkste Belgische margarine fabrikanten nemen meer dan 10% van de Europese margarineproductie voor hun rekening. Het gaat hier zowel om industriële margarines voor de voedingsnijverheid als margarine voor huishoudelijk en artisanaal gebruik. Nauw verbonden is ook de activiteit van het verpakken van oliën en vetten, zowel in consumentenverpakking als bv frituurvetten voor frituren, horeca en grootkeukens. Deze activiteiten vinden we terug in Antwerpen, Awirs, Deinze, Flemalle, Grimbergen, Groot-Bijgaarden, Izegem, Lembeke, Lokeren, Maasmechelen, Merksem en Overmere. Andere belangrijke afnemers zijn de producenten van sauzen, de industriële frituren (voorgebakken frieten, chips, snacks) en de producenten van koekjes, chocolade, snoepgoed, melkpoeders, enz.

Veevoeding

België produceert jaarlijks ca 6,4 mio ton veevoeders waarin ca 120.000 ton oliën en vetten verwerkt worden zoals ruwe soja olie, ruwe palmolie, dierlijk vet, vetzuren, visolie en een kleiner gedeelte geraffineerde producten. De meest recente gegevens zijn te vinden via BFA (Belgian Feed Association).

Oleochemie

De belangrijke oleochemische activiteit in Ertvelde en Oelegem vervaardigt producten uit de hernieuwbare grondstoffen; plantaardige en dierlijke oliën en vetten. Halffabrikaten die door de oleochemie gemaakt worden zijn o.a.: vetzuren, vetalcoholen en esters, die gebruikt worden voor het maken van zeep, detergenten, verven, cosmetica, kaarsen, smeermiddelen, textiel verstevigers; dimeren en amides voor de polymeerchemie en fabricage van plastics; glycerine voor voeding, farma enz. Daarnaast kunnen oliën ook rechtstreeks ingezet worden voor de productie van harsen, verven, inkten, kaarsen, milieuvriendelijke smeermiddelen, als bindmiddel voor houtblokken en talrijke andere toepassingen.

Energie

De laatste jaren is het belang van biobrandstoffen en groene stroomproductie sterk toegenomen. België telt op zijn grondgebied drie biodieselfabrieken (Oostende, Ertvelde, Gent) die hoofdzakelijk raapzaadolie gebruiken. Daarnaast is er het gebruik van dierlijk vet en geraffineerde palmolie in stationaire motoren om groene stroom op te wekken, zowel door zuivere elektriciteitsproducenten als in de tuinbouw (WKK’s). Er is ook een groeiende belangstelling vanuit de artisanale en industriële biogasinstallaties voor vetrijke optimalisatiestromen om ook via gasmotoren groene stroom op te wekken. Door de beperkende regelgeving blijft het gebruik van pure plantaardige olie in motorvoertuigen een marginaal verschijnsel.

Recyclage

Als we kijken naar recyclage en afvalverwerking zijn er in de sector ophalers actief om restvetten uit de productieprocessen te verzamelen. Om een collectieve oplossing te bieden voor de aanvaardingsplicht hebben een aantal toonaangevende ondernemingen en federaties uit de voedings- en distributiesector een milieubeleidsovereenkomst met de overheden in de drie gewesten afgesloten. Daarvoor werd Valorfrit vzw opgericht, die streeft om alle stromen van gebruikte frituuroliën en -vetten in kaart te brengen en de correcte inzameling en verwerking ervan te stimuleren.

Jaarverbruik van olie en vetten door de Belgische huishoudens :
50.000 ton (voor warme en koude bereidingen)

Jaarverbruik van frituurolie en vetten door de professionele gebruikers :
31.000 ton

Om bovenstaande toepassingen mogelijk te maken, zijn er in de sector professionelen actief op het vlak van handel, wetgeving, risicobeheer, vervoer te water en wegtransport, op- en overslagbedrijven in onze havens, verschillende erkende laboratoria, goederenbehandelaars, douanedeclaranten en controlemaatschappijen. Ook zij vinden hun plaats (en netwerk) binnen UCOGRAS.

De uitdagingen zijn groot maar Ucograsleden staan samen sterk!